
De rode bosbes of vossenbes is een altijd groene dwergstruik van zure arme droge zandgrond en voedselarme bossen. Ze wordt maximaal 50 cm hoog maar blijft meestal lager. Ze kan in de volle zon staan maar staat meestal in de halfschaduw of schaduw van structuurrijke dennenbossen

De rode bosbes wordt door diverse; insectensoorten zoals wilde bijen en hommels bezocht, is waardplant voor het groentje en de bessen worden door tal van dieren gegeten. Vogels, zoogdieren zoals vos en das en nog veel meer.

Ook wij eten rode bosbessen hoewel de meeste mensen ze rauw niet lekker vinden, maar als jam of compote wordt het veel gegeten, vooral in de rest van Europa zoals Duitsland en Scandinavië. Ze bevatten veel vitamines en mineralen en daardoor erg gezond.

Ze komen voor in de wat koelere streken zoals Scandinavië en bij ons op de Veluwe en verder naar het Oosten.

Op de kwekerij hebben we ze nu voorradig, afkomstig uit Oost Nederland, waar ze, heel bijzonder, de heide overgroeiden en daarom weg moesten. Deze autochtoon inheemse soort is wat moeilijker in de omgang dan de cultivars die ook wel eens aangeboden worden maar een aanwinst voor schaduwrijke plekken op arme grond.


Blauwe bosbes Vaccinium myrtilles is een echte bosbewoner. Vaak ook aan de randen van het bos tegen een heide aan en op open plekken maar ook als kruidlaag van bossen op zure grond.

De blauwe bosbes bloeit met roodachtige tot witte bloemen in de zomer. Bloeit soms lang door of begint weer opnieuw te bloeien en geeft blauwe bessen die door tal van dieren gegeten worden. Het is niet een erg makkelijke tuinplant. Hij geeft de voorkeur aan wat oudere, rijpe bosgronden.

Vossenbes en blauwe bosbes zijn meestal verkrijgbaar op de kwekerij.
