Wilde rozen. Hondsroos, egelantier, duinroos…

Egelantier in de herfst nog nabloeiend

Wilde rozen vind je in onze omgeving op allerlei plekken. Langs de rivieren bijvoorbeeld. Wanneer een rivier overstroomt en door de struwelen raast, breken sommige rozenstruiken helemaal open. Ieder takje wat weer ergens aanspoelt loopt weer uit. Naast worteluitlopers en zaad is dit een belangrijke verspreidingsmethode, net als bij andere rivieroever bewoners zoals, bramen, wilgen en populieren. Maar ook in de duinen, op heides en in bosranden, meestal op matige tot voedselrijke droge of natte grondsoorten, licht zuur tot kalkrijk en soms ook op wat zwaardere gronden.

Rozen in de duinen

Door dat snelle wortelen is het ook logisch dat ze makkelijk te stekken zijn. Zaaien echter is een stuk lastiger. Dat gaat het beste als een vogel ze gegeten heeft. De bottels van de rozen zijn dan ook heel aantrekkelijk voor vogels. Rood gekleurd meestal en daardoor goed zichtbaar voor vogels en voedzaam vruchtvlees zorgen voor verspreiding van de harde zaden.

Bekende soorten, of liever soortgroepen, zijn hondsroos, Rosa canina, egelantier, Rosa rubiginosa, heggenroos, Rosa corymbifera, viltroos, Rosa villosa, bosroos, Rosa arvensis en duinroos, Rosa spinosissima.

Hondsroos

Waarom soortgroepen? Er blijken veel varianten te zijn binnen een groep, ondersoorten volgens sommigen, en dat heeft geleid tot allerlei benamingen van soorten die heel moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden. Er zijn talloze publicaties over verschenen maar nu hebben botanici toch weer de neiging om het bij de soortgroepen te houden.

Bosroos met zweefvlieg

Onze wilde rozen zijn wit, roze en donkerroze en altijd “enkelbloemig”, dwz dat er een rand kroonblaadjes is met erg veel meeldraden in het midden. Kenmerk van alle roosachtigen. Het zijn allemaal enthousiaste groeiers die meterslange uitlopers kunnen vormen met veel grote en kleiner stekels.

Duinroos

Uitzondering daar op is de duinroos. Die wordt meestal niet zo hoog, heeft enorm veel naaldachtige stekels en veel uitlopers waarmee hij duinen vastlegt. Ook de bottels zijn niet rood of oranje maar zwart en soms lijken de witte bloemen een lichtgele zweem te hebben.

Duinroos bottel

Onze rozen bloeien in de tweede helft van de lente tot in de voorzomer en soms met nog wat nabloei in het najaar. Heel veel insecten komen op nectar en stuifmeel af en er zijn talloze soorten die op, in en van het blad eten. Zoals bladmineerders en vlinders. Vogels eten van de bottels en kunnen er prima in nestelen.

Wilde rozen kunnen over pergola’s groeien en onderdeel van gemengde hagen zijn die door de rozen ondoordringbaar worden.

Gevuldbloemige cultivar

Dubbelbloemige en buitenlandse soorten rozen worden vaak ge-ent op wilde rozen die het beter  doen bij ons. Dubbelbloemige rozen zijn van veel minder belang voor bestuivers omdat er veel minder stuifmeel in zit en de bloemen minder toegankelijk zijn voor nectarzoekers.

Japanse bottelroos of rimpelroos

Een roos, de rimpelroos of Japanse bottelroos, Rosa rugosa, een dichte struikvormer, die bij ons veel gebruikt wordt als haag en ook veel in de duinen voorkomt is aangemerkt als invasieve exoot en wordt op veel plekken bestreden omdat ze de inheemse soorten verdringen.  Ondanks dat het een invasieve soort is wordt hij nog steeds verkocht, wat wel apart is.

De inheemse wilde rozen hebben we meestal op voorraad op de kwekerij. Zeker in de winter als wortelgoed.

Plaats een reactie