
Nederland is een typisch wilgenland. Rivieren, moerassen, kleigronden en ook al dan niet vochtige zandgronden, overal groeien er wel familieleden. Ook populieren horen daar bij.

En natuurlijk de verschillende gebruik vormen zijn heel bekend. Grienden en knotten. Overal kon je ze tegen. Grienden, knotwilgen die laag bij de grond geknot worden voor het gemak zijn vooral bekend langs onze rivieren, grote en kleine en de delta. Handig want de afgezaagde takken werden en worden gebruikt voor aanleg en versteviging van dijken als zinkstuk waar steen op gestort wordt. Aan een rivier of bijvoorbeeld in de Biesbosch is vervoer dan makkelijk te regelen.

Wilgentakken zijn voor nog veel meer te gebruiken, manden, heggen, schuttingen, tijdelijke paaltjes rond een weiland. Wilgen gaan snel rotten of groeien uit tot boom, vandaar tijdelijk, brandhout (voor bakovens, brand snel en heet met weinig as), klompen en als veevoer.

In wilgenbast zit salicylzuur, de natuurlijke vorm van aspirine, een pijnstiller dus en er zitten stoffen in die planten laten wortelen of ontkiemen. Natuurlijk “stekpoeder” dus. Wilgenbast in een bak met water leggen en een week later kun je er mee aan de slag.

Wilgen zijn tweehuizig. Ze bloeien met mannelijke of vrouwelijke katjes, de wind zorgt voor bestuiving masr ook insecten doen dat. Er zit in beide soorten katjes veel nectar en de mannelijke stuifmeel waar heel veel soorten insecten op af komen. Bijen, zweefvliegen, vlinders… Maar dan wel de vroeg vliegende. Wilgen bloeien vanaf maart tot in mei.


Ze stekken soms makkelijk (niet alle soorten) en zaaien allemaal makkelijk. Het zijn pioniers. Soms is het al genoeg dat een tak of stam los op de grond ligt om weer een nieuwe boom te worden.

Het bijzondere is dat wilgen geen hard kernhout maken. Het breekt daardoor wel makkelijk, wat dus wel handig is om zich via takken te verspreiden.

Op de kwekerij Flora voor Fauna hebben we meestal wilgen op voorraad. Geoorde wilg, katwilg, laurierwilg, bittere wilg, kruipwilg en boswilg. Die laatste is vooral een “droge” wilg maar staat ook in moerasbosjes. Kruipwilg blijft vrij laag, hooguit 2-3 meter, andere wilgen kunnen middelgrote bomen worden maar worden meestal niet erg oud. Door te knotten kunnen ze heel oud worden.

En waarom dat knotten op stam, zoals wij knotwilgen kennen? De knot ontstaat door het afhakken van de takken zo tussen iedere 1 en 5 jaar. Door het hoog op stam te doen kan het vee niet bij de takken komen of kun je ze langs een pad of weg planten zonder direct laat te hebben van uitlopers. En nu ook omdat we het mooi vinden…

