Is de ene plant, struik of boom van hier nu beter dan de ander? Nectarplant, waardplant? Vogeltuin? Vlindertuin? Plantentuin?

Dikkopje en kniptor op duizendblad

Vlindertuin, bijentuin, vogeltuin, plantentuin.


Hoe zit dat nou. Hoe weten vogels of andere dieren of dit een geschikte tuin voor ze is. “Vroege Vogels” heeft ooit het idee opgevat om tuinreservaten te benoemen en daarvoor een bordje te laten maken, maar het is heel jammer dat dieren nooit hebben leren lezen.
Vogelbescherming, vlinderstichting, bijenclubs, plantenfanaten…. allemaal bedienen ze een doelgroep en promoten ze ze zaken die de doelgroep aanspreken, maar aan de dieren wordt niets gevraagd.

Merel, Turdus merula op sierappel

Eenvoudig
En het is zo eenvoudig… De basis voor alle diervriendelijkheid is de planten variatie. Niets meer, niets minder.
Vogels worden geacht bessen te eten. De suggestie van vogelbescherming is dan ook “plant besdragers”. Ja, is zeker goed, maar hoe lang zitten bessen en vruchten aan bomen. Hooguit een paar weken. En die andere maanden dan? Dan eten vogels niets? En zo ook voor bijen, vlinders en andere bloembezoekers. Bloemen met nectar zijn daar goed voor wordt gedacht. Maakt niet uit waar dat uit komt. Uit invasieve exoten zoals vlinderstruiken, gewoon buitenlandse soorten als zonnebloemen, of uit een bakje suikerwater zoals in vlindertuinen of de suiker bijvoerbak van de imker.

Putter is dol op paardenbloemenzaad en distelzaad.

Dieren stellen eisen.
Ze willen hun jongen voeren, ze willen planten waar hun larven en rupsen van kunnen eten, ze willen stuifmeel hebben, ze willen hele planten eten, of wat onder planten in de bodem of tussen de dode bladeren leeft, of slakken of kikkers of wat dan allemaal zo in de natuur voorkomt.
Want dat is het, vogels, insecten en alle andere dieren komen op bezoek vanuit hun natuurlijke habitat. Ze zijn op doorreis of willen er wonen met het idee “hier is het goed!” Hier kun je gezond eten en veilig wonen. Maar ja… het blijken tuinen… en daar staan opeens dingen die ze niet kennen. Rare planten en bomen en struiken.

Rode zonnehoed, prachtige Amerikaan maar niet door ieder dier van hier herkend. Vlinders en een aantal bijensoorten vinden er wel te eten. Maar het is geen waardplant.

Herkenbaar
Hoe help je nu ALLE wilde dieren in je tuin? Nou…gewoon… door ze planten en struiken en bomen te geven die ze herkennen. Wilde planten en struiken en bomen dus. Liefst nog uit de directe omgeving. Soorten die ze door de honderden eeuwen heen zijn gaan kennen en waarderen omdat ze samen opgegroeid zijn. Co-evolutie heet dat. Volledig op elkaar ingespeeld zijn. Veilig zijn.

Rups koninginnepage beperkt tot een paar schermbloemigen, hier op venkel

Je kunt dan besdragende soorten planten voor vogels, maar denk bijvoorbeeld ook aan paardenbloemen en distels… ja heel veel insecten worden daar vrolijk van maar ook heel wat vogels. En ja, laat die luizen eens met rust, dat is hoofdvoedsel voor heel veel vogels. En spinnen en slakken en wormen en pissebedden en oorwurmen en alles waar sommige mensen van gruwen. En denk eens aan het grasveld. Laat daar wat tussen groeien. Niet alleen mooier dan een egaal groen doods grasveld, maar een feest voor bestuivers en vogels. Mos tussen het gras bevat veel kleine beestjes en is erg in trek als nestmateriaal. In de grond leven larven die inderdaad graswortels eten masr hoofdvoedsel zijn voor vogels zoals spreeuwen en lijsterachtigen. En mollen. Die helpen mee om alles in evenwicht te houden.

Kwekerij Flora voor Fauna bij KasenCo, Kortenhoef. Hier staan inheemse en buitenlandse planten door elkaar en ieder jaar zien we meer soorten dieren.

Waardplanten versus nectarplanten

Bruin zandoogje eet van veel verschillende bloemen nectar maar legt eitjes op grassen

Waardplanten zijn planten waar dieren van leven. Voornamelijk de fysieke plant dus wortels, stengels, hout, blad, bloemen zelf, zaden. Vaak is dat heel specialistisch zoals bij bepaalde boktorren, rupsen van vlinders en larven van andere insecten van het blad, plantensappen van soorten voor specialistische luizen, ook wortelluizen bijvoorbeeld in de grond en ga zo maar door. Het gaat dus om een min of meer specialistische relatie.

Kleine parelmoervlinder eet hier van akkerdistel maar legt eitjes op viooltjes

De zandoogjes, vlinders, leggen hun eitjes enkel op grassen, veel soorten parelmoervlinders leggen hun eitjes op viooltjes enz. Nectar en stuifmeel kan in enkele gevallen onder de waardplanten noemer vallen als nectar of stuifmeel van 1 soort of familie het enige voedsel is van een dier. Maar heel veel insecten zijn niet zo specialistisch. Die vliegen op veel of op alles zoals bepaalde vlinders, zweefvliegen, hommels, wespen en honingbijen. Die komen ook af op suikerwater bijvoorbeeld of iets anders waar suiker in zit. Of op stuifmeel van zonnebloemen.

Alle zonnebloemen komen oorspronkelijk uit Amerika en leveren voor onze bijen waardeloos stuifmeel terwijl ze het wel verzamelen…

Van de (Amerikaanse) zonnebloemen is bekend dat dat stuifmeel van weinig waarde is voor onze honingbijen… Imkers die voor de bestuiving en de honing hun kasten bij zonnebloemen hebben staan moeten ze na twee weken weghalen omdat anders het volk doodgaat. De larven groeien niet goed van het laagwaardige stuifmeel. In Amerika hebben bijen daar geen last van. Andere (onder)soort. Conclusie, planten die in een gebied thuishoren zijn zonder uitzondering waardplanten voor de dieren die er thuishoren en hun eigen rol hebben in de natuur. Veel zijn ook nectar en of stuifmeel voorzieningen voor de dieren die dat eten. Maar dat is veel vager. Terwijl exoten vrijwel nooit waardplant zijn maar soms wel nectar of stuifmeel leveren is het wel duidelijk dat buitenlandse planten van ver, geen of nauwelijks nut hebben voor onze dieren.

Drachtplanten

“Drachtplanten” is een agrarische term enkel gebruikt door imkers. De imkerij is een agrarische activiteit gericht op opbrengst en heeft verder niets met de natuur te maken. Hoewel honingbijen van oorsprong inheems zijn (de zwarte bij) zijn de bijen meestal doorgekruist en worden ze mishandeld door vrijwel alles van ze af te nemen waar ze behoeft aan hebben en om monocultures in de land en tuinbouw rendabel te houden.

Honingbij op koolzaad voor zaadproductie en koolzaadhoning

Drachtplanten geven veel nectar en dus veel honing. Dat kunnen inheemse soorten zijn maar het zijn meestal exoten zonder enige waardevolle toegevoegde waarde voor de biodiversiteit van hier

Imkers bekijken een raam met bijen op zoek naar de koningin.

Baas in eigen tuin
Maar mag je dan helemaal geen buitenlandse planten en struiken en bomen meer in je tuin?

Natuurlijk mag dat wel. In je eigen tuin en huis ben jij als bewoner de baas. Geen mens die je verbiedt om mooie Amerikaanse bloemen te zaaien, exotische fruitsoorten te poten of chinese sierstruiken toe te passen. En heel veel tuinplanten zijn ook nog eens selecties van wilde planten uit onze wijde omgeving. West of Zuid Europees of uit Oost Europese en de aangrenzende gebieden zoals Klein Azië.
Voorbeelden genoeg. En niet al onze dieren van hier zullen ze herkennen, maar soms ook wel. En dat is dan ook mooi meegenomen. Heel wat dieren zijn opportunisten en pakken graag een vreemd besje of bloemetje. Rupsen en andere bladvreters zijn wat kieskeuriger en je hebt superspecialisten die niets anders lusten dan dat ene soortje, maar wanneer je zeg 40% van je planten enzo eens van hier laat zijn… dan ben je echt al goed bezig in je tuin. Hoe meer hoe beter.

Grootbloemig vingerhoedskruid, Digitalis grandiflorum net buiten ons inheemse gebied
Een balkon in Hilversum, met exoten en wilde planten. Voor ieder wat wils en het zaait nog uit

Veertig procent helpt al, echt waar…
En hoe makkelijk kun je die 40% wilde planten en struiken en bomen in je tuin krijgen? Door niet alles wat je niet aanstaat weg te halen. Laat eens wat staan. Paardenbloemen zijn belangrijk voor 80 soorten wilde bijen, EN ook de tamme honingbijen EN nog honderden andere soorten insecten EN vogels EN bodemleven. Bijvoorbeeld…

Ruige leeuwentand

Laat het blad en de dode plantendelen in je tuin. Daar leven duizenden soorten in en alle dieren zijn je dankbaar. Laat wat groeien in het gras en laat het gras of een deel eens wat langer groeien…
Mos is ook groen en levert voedsel en nestelmateriaal. .
En ja, je kunt ook kijken wat er in de omgeving groeit, of je laat je dat vertellen door kenners zoals van Streektuinen. Ga eens mee op excursie van een terreinbeheerder of een KNNv of IVN wandeling. En kijk of vraag of je dat je in je tuin kunt toepassen. Niet door ze uit de natuur te halen natuurlijk maar er zijn tal van andere mogelijkheden. En daar gaat deze site natuurlijk ook over. En de boeken die we schreven.

Honderd procent wild is niet nodig om al een heel goede stapsteen te zijn voor de biodiversiteit van hier. Alle beetjes helpen! (maar hoe meer hoe beter, dat wel..)

Gele helmbloem, zomaar tussen de stenen in Delft. Laten staan helpt veel dieren!

Conclusie

ALLEEN wilde planten van hier zijn de basis voor een gezond ecosysteem waar insecten en andere dieren van hier vrolijk van worden, kunnen overleven, gezond kunnen blijven. Uitheems en exotisch mag wel maar weet dat de meeste dieren daar totaal niets aan hebben, ze niet eens herkennen en in klein aantal gevallen zelfs schadelijk is voor flora en fauna.

Maar zijn er dan ook betere inheemse soorten en minder goede inheemse soorten?

Echte koekoeksbloem

Nee, totaal niet!

Het zotte van mensen om lijstjes te maken van wat beter is of iets minder goed of bijna slecht speelt totaal niet in de natuur. Iedere doort heeft zijn of haar soorteigen hofhouding om zich heen, ontstaan wederom in die co-evolutie van honderden eeuwen. Op een paardenbloem zijn veel soorten insecten gevonden, maar is daarom niet “beter” dan zeg maar de ruige leeuwentand die er sterk op lijkt maar iets minder soorten lijkt te bedienen. Maar ze bloeien op andere tijden en op andere plekken en kunnen dus nooit zo vergeleken worden. Alles wat samen op is gegroeid, waar ook ter wereld, heeft betekenis voor elkaar. De een niet meer of minder dan de ander.

Grasklokje

Plaats een reactie