
De wilde akelei, Aquilegia vulgaris en de donkere akelei, Aquilegia atrata zijn typische bosrandbewoners. Op open plekken in het bos, langs paden, onder houtwallen zijn ze te vinden. Ook wel in de volle zon maar dan toch met een klein beetje schaduw ergens. In onze omgeving behoorlijk zeldzaam in het wild en vooral de donkere akelei zul je toch wat vaker in midden europa en in berggebieden tegenkomen dan bij ons in de omgeving.

In de tuinwereld zijn akeleien ook erg geliefd en omdat akeleien op het hele noordelijke halfrond in onze klimaatzone voorkomen zijn er ook veel uit andere landen geimporteerd. In allerlei kleuren. In Noord Amerika heb je ook geel en rood gekleurde soorten, meer naar het oosten ook roze en witte soorten. Ze kruisen makkelijk en daarom zie je in tuinen vaak een bonte verzameling aan kleuren. Wat ook zijn weerslag kan hebben op de kleur van de bij ons horende wilde soorten. De prachtige blauwe kleur of de dieppaarse kleur van de donkere kan dan wel eens verlopen en soms wordt ook wild zaad aangeboden waarvan we denken dat zeker de twee wilde soorten wel erg dicht bij elkaar stonden. Of dat er een tuin ergens in de buurt was.
We hebben beide soorten maar kunnen niet garanderen dat het helemaal zuiver blauw of zuiver dieppaars is helaas. Maar meestal klopt het wel.
Niet te droge grond, niet te arm, niet te zuur. Bloeit in april mei en is een vaste plant die tot 70 cm hoog kan worden. Hommels zijn er gek op.