Klimaatbestendig tuinieren

Je ziet heel veel suggesties voorbij komen voor “klimaatbestendige” tuininrichtingen. Is dat nou echt nodig? Of zit er wat anders achter?

Tegelwiptuin in Rotterdam met sedums, engels gras, wilde marjolein en bergsteentijm onder andere.

Ja en nee en ja …

Ja het is nodig.
Je merkt dat het over het algemeen wat warmer en droger wordt de laatste jaren. En soms ook natter. En minder koud in de winters of kouder in het voorjaar. Er verandert iets.
Daar kun je op inspelen om beplantingen van je tuin of de openbare ruimte “klimaatbestendig” te maken. Je kunt niet zomaar alle tuinplanten overal toepassen want de sierplanten van overal uit de wereld zijn soms lastpakken die of veel water nodig hebben of net niet tegen de warmte kunnen of tegen de natte winters.

Quercus suber, kurkeik. Zuid Frankrijk

Dan kun je dus bomen en planten uit werelddelen zoeken die al een vergelijkbaar klimaat hebben als onze “nieuwe” realiteit zoals uit het Mediterrane gebied of uit de prairies van de Amerika’s of andere plekken. Maar daar hebben de dieren van hier totaal niets aan. Daar wordt onderzoek naar gedaan en iedere keer komt daaruit dat de planten en bomen het hier prima doen en mooi zijn maar dat bijvoorbeeld de bestuivers van hier ze op enkele soorten na, niet herkennen er dus niet mee geholpen zijn.

Wilde tijm, geel walstro en nog veel meer. Voorne’s Duin

Maar waarom zo moeilijk doen. We hebben in onze omgeving al heel veel soorten die prima tegen extremen kunnen. Die het niet uitmaakt of het een graadje warmer is of iets droger of iets natter of iets minder koud in de winter. Gewoon de helft van Nederland ligt op droge zandgrond. Kijk naar de duinen, de hoge zandgronden in Oost, Midden en Zuid Nederland om maar wat te noemen. Onze grote rivieren, de planten daar staan de helft van het jaar droog, een tijdje volslagen onder water en de grond plus planten en bomen kunnen wegspoelen. En onze (kunstmatige) dijken zijn altijd droog, althans dat is de bedoeling. We hebben weliswaar alle dijkflora van de dijken gemept omdat we ooit dachten dat kort gras de heilige graal was, maar steeds meer praktijkproeven tonen aan (en de kenners wisten dat al eeuwen) dat planten die we eeuwenlang op de dijken vonden die dijken veel beter vasthouden dan kortgemaaid gras.

Knoopkruid, Centaurea jacea, wilde margriet, leeuwentand op IJsseldijk

Dus laten we die soorten van hier nou eens gaan toepassen. De duinsoorten, de heide soorten, de stuifzandsoorten, de rivierduinsoorten de dijksoorten. En een feest dat dat is voor alle, echt alle dieren van hier!

Cypreswolfsmelk op rivierduin Millingerwaard.

Dus ja, het is nodig. Maar dan alleen met de soorten van hier.

Boerenwormkruid met kleine vuurvlinder en wormkruidbij

En nee, het is niet nodig. Zeker niet wat zelfs “deskundigen” beweren, dat die exoten van ver hier ook wel een hofhouding van afhankelijke diersoorten gaan creëren of om zich heen verzamelen. Of nog vreemder, dat de insecten en vogels al naar hier komen of gekomen zijn en dat wij ze alleen nog maar de planten hoeven te geven… Ja, echt…
Volslagen onzin natuurlijk. Ja er komen zuidelijke insecten en spinnen en vogels hier naar toe (en er verdwijnen soorten die juist van kou houden) maar ook daar is onderzoek naar gedaan. En wat blijkt: vooral opportunisten onder de dieren vreten wel van die buitenlanders en dat lijken er dan best veel meer in sommige gevallen, maar het zijn algemene tot zeer algemene soorten die alles aanvreten wat maar eetbaar lijkt. Hun vijanden, die ze in toom moeten houden zijn er veel minder en dus kunnen de algemene soorten die we met buitenlanders bevoordelen tot biomassaliteit leiden. Of in andere woorden tot plagen. Wat we nu zien in de fruitteelt met bloesem en fruit vretende kevers. De vijanden zijn er niet genoeg. Door ons zelf veroorzaakt.

appel

Vergeten wordt dat vrijwel alle planten en bomen nog veel meer nodig hebben dan alleen bestuivers of bessenvreters. Ook schimmels hebben ze nodig, vooral bodemschimmels en bodemleven. In een kuub grond leven meer organismen dan er mensen op aarde lopen. En die soorten lopen niet zo hard mee met de zuidelijke soorten. En al helemaal niet als ze uit verre streken moeten komen. Voor die buitenlanders blijft het dus armoe troef terwijl “onze” soorten in weelde rondwentelen.
Waarom dan toch die buitenlanders voorstellen?

Wilde marjolein, Origanum vulgare op dijk.

Dan volgt de vraag uit het begin: zit er iets anders achter.
Ja dus.

Voorlinden, Wassenaar,

Geld zit er achter. Met de beste bedoelingen van wetenschappers en liefhebbers die bezorgd zijn voor het leefbaar houden van onze leefomgeving en onze natuur van wat daar nog van over is, zit er vooral veel geld achter. Ideaal om een nieuw assortiment groen te promoten.
Aan soorten van hier kun je geen droog brood verdienen. Die gaan niet dood hier. Die zijn lastig te kweken. Daar krijg je gezeur over omdat je soorten alsnog op verkeerde plekken zet waar ze schade aan de plaatselijke natuur zouden kunnen toebrengen.

Grasklokje, Campanula rotundifolia op droge hei


Dat heb je niet met exoten. je kiest daarvoor de makkelijk te kweken soorten en cultivars of secties die het helemaal overal doen, makkelijk te kweken zijn, zet er als het kan een licentie op (Geranium “Rosanne”) en het geld stroomt binnen. Gaan je steeneiken en kurkeiken en olijfbomen en prairiegrassen toch dood, dan doet de consument het verkeerd en gaat weer nieuwe kopen. Kassa!

Geranium “rosanne” zaait zich niet uit (steriel) alleen onder licentie te kweken…


Veel meerjarige planten worden opgejaagd omdat ze op ieder moment van het jaar moeten bloeien (verkoopstrategie) en gaan dan steevast dood voor het eind van het jaar, terwijl wanneer je soorten van hier toepast ze het eindeloos lang doen en zich zelfs uitbreiden zodat je kunt uitdelen. Maar DAT is geen verdienmodel…

boomkwekerij


4 Comments

  1. Ja, kort door de bocht. Het uitheemse assortiment is divers, en bied veel mogelijkheden. Kleur, bloeitijd, grootte, groeisnelheid, etc. Het maken van tuinen en inrichting van de ruimte is ook een spel. Met het toepassen van uitheemse soorten hebben we meer keus.
    En de natuurverrijking is niet nul.
    Vaak zijn er meerdere afwegingen die leiden tot de keus voor een bepaalde soort.

    Met het afgeven op anderen heb ik niet zoveel. ( Dat je stelt dat alles om geld draait)
    Met inspireren, en kennis overdragen wel ( jouw boeken, facebookpagina, etc)
    Zo kun je de sierteeltsector misschien wel overhalen meer Crataegus monogyna als meerstammige te kweken.

    Like

    1. Het is een constatering dat de sierteelt gewoon geldgedreven is en niets opheeft met de natuur en de biodiversiteit zolang er niet aan verdiend wordt. Kenmerkend is dat de bommkwekerij wereldvuit de samenwerking met SBB is gestapt omdat SBB heeft gesteld dat er nog steeds verkeerde afkomsten geplant worden terwijl die autochtoon inheems wel beschikbaar is. Dat wilde de sector niet horen want aan die buitenlandse klonen kunnen zij goed geld verdienen ipv de kromme soorten van hier…. En echt, de natuurrverrijking is 0. Als je de onderzoeken daarnaar negeert of bagatelluseert doe je dat enkel om goed te praten dat je zelf graag afwijkt. Dat mag, planten en bomen hebben ook een sierwaarde maar ga niet zeggen dat ze de biodiversiteit hier van dienst zijn. Van sommige soorten, die algemene insecten van hier helpen nog algemener te worden is bekend dat ze zelfs indirect nadelig zijn voor bedreigde planten van hier. https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=26092

      Like

      1. Martin,
        Deze week heb ik een bezoek gebracht aan drie beroemde tuinen in Engeland. Great Dixter, Sissinghurst en Beth Cahtto’s gravel garden. Op Great Dixter is men 10 jaar geleden overgestapt naar een ecologisch tuinbeheer. We hebben het hier over tuinen, en niet over natuurgebieden uiteraard. ( jouw post gaat over klimaatbestendig tuinieren) Beth Chatto maakte een graveltuin die nogal onnatuurlijk oogt. Maar waar al sinds 1990 geen extra water word gegeven.

        Op Great Dixter heeft men de strak gemaaide gazons veranderd tot bloemenweides. En heeft men een uitgebreid onderzoek laten doen naar de biodiversiteit.
        Een grote variatie aan fauna vond men ook in de intensief beheerde siertuin, die niet speciaal met dit doel word onderhouden.

        Er zit geen sierteeltsector achter.
        Het inspireert daarentegen wel, om eens een gekke exoot in de tuin binnen te halen…… dan wel, het strakke gazon om te toveren tot bloemenweide.

        Like

Plaats een reactie